top of page

Plaatsen

Het is verwarrend, was het nu "De Werken", "De Werken en Sleeuwijk" of "Sleeuwijk? Veel plaatsen waar vroeger onze naamgenoten geboren, gehuwd of overleden zijn bestaan niet meer. Om verwarring te voorkomen volg hier een uitleg te geven over het ontstaan van de verschillende dorpen en hoe deze in de loop der tijd zijn samengevoegd tot grotere gemeenten. Met de recentelijke herindeling van 1 januari 2019 is er wederom veel veranderd.

 

Een overzicht van de steden, dorpen en kernen welke betrekking hebben op ons geslacht en meerdere keren in het boek voorkomen. 

Picture 1.png

Overzicht van gemeenten na de gemeentelijke herindeling van 1 januari 2019.

Anno 2023 zijn nagenoeg alle plaatsen opgegaan in een groter geheel. De opsomming hierna staat in alfabetische volgorde van de huidige gemeenten. We beginnen dus met Altena, gevolgd door Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Heusden, Molenlanden en als laatste de Vijfherenlanden. 

Altena

gemeentewapen-altena3.jpeg

Altena is ontstaan door fusie per 1 januari 2019 van drie Brabantse burggemeenten in het land van Heusden en Altena: Aalburg, Werkendam en Woudrichem. Bij instelling werd de gemeente met een oppervlakte van 226 km² de grootste gemeente qua oppervlak van de provincie Noord-Brabant.

Het wapen van Altena is het gemeentewapen van de Nederlandse gemeente Altena (Noord-Brabant). Altena ontstond op 1 januari 2019 door een fusie van drie buurgemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem. Het wapen werd met het koninklijk besluit op 17 april 2019 aan de gemeente verleend. In het wapen komen elementen uit wapens van voorgaande gemeentes terug. Er waren twee ontwerpen, waaruit een commissie bestaande uit Erfgoed Altena, de streekarchivaris en een inwoner konden kiezen. Na instemming van burgemeester en wethouders werd aan de koning verzocht het wapen te verlenen. Het wapen werd op 17 april 2019 vastgesteld. Het wapendiploma werd namens de Hoge Raad van Adel in november overhandigd door de voorzitter van de Hoge Raad jhr. mr. J.P. de Savornin Lohman aan waarnemend burgemeester M. Fränzel.

Aalburg
Gemeente Altena

Screenshot 2024-01-21 at 10.25.59.png

Aalburg is in 1973 ontstaan uit een fusie van de gemeenten Wijk en Aalburg, Veen en Eethen.

 

Het nieuwe gemeentewapen bevat elementen uit de wapens van deze drie gemeenten. De gaande leeuw in het schildhoofd komt uit het wapen van Veen, terwijl de raderen uit de wapens van Eethen en Wijk en Aalburg afkomstig zijn. Vanaf 2019 is het wapen niet langer als gemeentewapen in gebruik omdat de gemeente Aalburg in de nieuwe gemeente Altena op is gegaan. De kleuren en een van de wielen uit het wapen van Aalburg zijn overgenomen in het nieuwe gemeentewapen van Altena.

Almkerk
Gemeente Altena

1200px-Almkerk_wapen.svg.png

De Heren van Altena bouwden aan de Alm, even buiten Almkerk, hun kasteel. Het kasteel is verdwenen maar de kasteelheuvel is nog duidelijk herkenbaar. Het gemeentehuis van Altena is gevestigd in het centraal gelegen Almkerk.

Vanaf 1814 bestond de gemeente Almkerk, soms ook wel 'Almkerk en Uitwijk' genoemd, uit de plaatsen Almkerk en Uitwijk. In 1879 ging die gemeente samen met Emmikhoven en Waardhuizen tot de gemeente Almkerk c.a., die in 1973 opgegaan is in de fusiegemeente Woudrichem.

Babyloniëbroek
Gemeente Altena

Babyloniënbroek (gemeente Altena) is een dorp in de gemeente Altena in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. De opmerkelijke naam van het dorp zou zijn oorsprong vinden in de spreekwoordelijke Babylonische barbaarsheid van de bevolking, die de monniken die hier in de 8e en 9e eeuw het christendom en andere beschaving kwamen verspreiden aantroffen. Hun standplaats was waarschijnlijk Heusden.

 

Babyloniënbroek wordt voor het eerst vermeld in een document uit 1124, toen Andries van Cuijk, bisschop van Utrecht, het patronaatsrecht van de kerk van Wijk en Aalburg aan de Abdij van Sint-Truiden deed toekomen. Hierin was sprake van quae et Babilonia. In 1347 geeft Jan van Wijfliet heer van Baersvelt: oorkondt, dat hij van heer Jhan van Arkel, bisschop te Utrecht en van het Ghestichte van Utrecht, de halve tiende in Babyloniënbroek in leen ontvangen heeft. Ook in een handvest van 1403 is sprake van Babilonie broek.

De Werken
Gemeente Altena

Werken1.jpeg

De Werken  is een dorp dat zich bevindt ten zuiden van de Merwededijk tussen Werkendam en Sleeuwijk. Het dorp, feitelijk een niet-aaneengesloten verzameling buurtschappen (waaronder De Hoef, Vijcie, Buurtje en soms ook Kerkeinde) is genoemd naar het gelijknamige stroompje, dat vermoedelijk een noordelijke tak van de Alm is geweest. Hoewel kleiner dan de naburige kernen, is het steeds van belang geweest. Zo bezat het in de tijd vóór de Reformatie een parochiekerk die aan de Heilige Martinus was gewijd. Ook bevond zich in De Werken waarschijnlijk een uithof van de Abdij van Berne. Vermoed wordt dat de monniken van deze abdij een rol speelden bij het ontstaan van De Werken en Werkendam. Omstreeks 1461 werd de Sleeuwijkse- en Werkense Dijk aangelegd, waarmee de benedenloop van het riviertje verdween.

Naast een kerk bestond er in de Werken ook een kasteeltje, het Huis De Werken, dat in de 15e en 16e eeuw een aantal malen werd vernoemd. De fundamenten van dit kasteeltje zijn in 1975 teruggevonden. Ze bevinden zich tussen de buurtschappen Schans en Uppel, nabij kruising Zandsteeg en Provincialeweg. Het betreft de fundamenten van een donjon, van ca. 11 bij 12 meter, die door water was omringd. Dit water was waarschijnlijk het riviertje De Werken. Het kasteel zou gesloopt zijn gedurende de 15e en 16e eeuw.

Omstreeks 1570 werd De Werken staatsbezit, en in 1590 kwam er voor het eerst een predikant in het Oude kerkje. Veel later waren er ook in De Werken velen die voor de Afscheiding van 1834 kozen. De Werken was dusdanig belangrijk dat de gemeente waartoe het van 1814-1950 behoorde, De Werken en Sleeuwijk werd genoemd.

De Werken en Sleeuwijk was een gemeente in het tot Noord-Brabant behorende Land van Altena.

De gemeente De Werken en Sleeuwijk heeft bestaan van 1814 tot 1950. Ze bestond uit de kernen Sleeuwijk, een deel van Nieuwendijk, alsmede de dorpen De Werken en Kille. In 1950 werd het grondgebied van deze gemeente bij dat van Werkendam gevoegd.

Drongelen
Gemeente Altena

Drongelen is een dorp in de Nederlandse gemeente Altena in de provincie Noord-Brabant. Het is een van de benedendorpen van het Land van Heusden. In 2021 telde Drongelen 415 inwoners. Doordat het dorp in de Tweede Wereldoorlog grotendeels is verwoest, zien we er over het algemeen nieuwere woningbouw.

 

Reeds in de Middeleeuwen stond er een kerk in Drongelen. Deze werd in 1509 bij een dijkdoorbraak verwoest. Hierbij ontstond een wiel en de volksoverlevering wil dat bij lage waterstand de torenspits te zien zou zijn en men de klok kon horen luiden. In de Tweede Wereldoorlog zijn in Drongelen vrijwel alle huizen verwoest. Door de ligging van Drongelen aan de Bergsche Maas, in 1944 de frontlinie, kwam het dorp onder vuur te liggen van Geallieerd geschut. Ook de kerk werd toen verwoest.

Dussen
Gemeente Altena

1200px-Dussen_wapen.svg.png

Dussen behoorde al sinds 1200 tot het Graafschap Holland. Het dorp Dussen bestaat eigenlijk uit drie voormalige heerlijkheden: Munsterkerk, Muilkerk en Heeraartswaarde. Heeraartswaarde is tijdens de Sint Elisabethsvloed door de golven verzwolgen. Eeuwen later is op deze plaats het dorp Hank verrezen. Munsterkerk lag ten zuiden van het riviertje de Dussen, en Muilkerk ten noorden ervan. De oudste schriftelijke vermeldingen stammen uit 1276 (Mulekerke) en 1330 (Munsterkerk). De naam Munsterkerk (eerst Monasterium) duidt op een klooster. Opvallend in Dussen is het kasteel dat al in 1331 bestond, het domein van de Heren van Munsterkerk, die zich graag de Heren van Dussen noemden. Daar waren de Heren van Muilkerk niet blij mee. Merkwaardig is de ligging van het kasteel: strikt genomen zou het zich op grondgebied van Muilkerk bevinden.

Het kasteel ging waarschijnlijk geheel op in een nieuw kasteel dat in 1387 door Arend van der Dussen werd gebouwd. In de Tweede Wereldoorlog werd het zwaar beschadigd. Na de restauratie was het lang in gebruik als gemeentehuis. Nu is Monumenten Fonds Brabant eigenaar. Het kasteel wordt gebruikt als trouwlocatie, theater, kantoor en ruimte voor feestelijke en zakelijke bijeenkomsten.

In Muilkerk bevond zich de parochiekerk, terwijl in Munsterkerk een kapittelkerk was te vinden. Muilkerk werd voor het eerst vermeld in 1156.

Kasteel Dussen, gebouwd voor 1387, en 1474, 1609en 1628 verbouwd. Het kasteel werd in 1944 deels verwoest. In de jaren daarna werd het kasteel grotendeels gerestaureerd.

Kasteel Dussen.png

Eethen
Gemeente Altena

Screenshot 2024-01-21 at 10.23.13.png

Tot 1798 was Eethen een ambachtsheerlijkheid die een leen was van Heusden. In Eethen heeft ook een kasteel gestaan dat vermoedelijk uit de 14e eeuw stamt. Vanaf 1819 behoorde Eethen met Genderen en Heesbeen tot de gemeente Heesbeen, Eethen en Genderen, die in 1908 zijn naam veranderde in Genderen, waar ook het gemeentehuis stond. In 1923 werd deze gemeente samengevoegd met de gemeentes Meeuwen en Drongelen onder de naam gemeente Eethen.

Op het gemeentewapen van Eethen stond een beeltenis van Sint-Maarten, vanouds de schutspatroon van het dorp. In 1973 werd de gemeente samengevoegd met de gemeenten Veen en Wijk en Aalburg tot de gemeente Aalburg. In 1944 liep Eethen zware oorlogsschade op. Het lag namelijk in de frontlinie van het bezette noorden en het bevrijde zuiden.

Emikhoven
Gemeente Altena

Emmikhoven is de naam van een plaats in Noord-Brabant die tot 1879 de hoofdplaats vormde van een zelfstandige gemeente: Emmikhoven en Waardhuizen. Emmikhoven ligt tegenover Almkerk, op de zuidoever van de Alm. Het is een straatdorp. De betreffende straat heet nog steeds: Emmikhovenseweg. Tot aan het begin van de 19e eeuw was Emmikhoven een heerlijkheid, dat als wapen twee afgewende zalmen van zilver op een gouden veld voerde. Het was lange tijd in bezit van de familie Beelaerts. Het dorp is tegenwoordig onderdeel van het sterk gegroeide Almkerk.

Het wapen van Emmikhoven en Waardhuizen werd op 16 juli 1817 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de toenmalige Noord-Brabantse gemeente Emmikhoven en Waardhuizen bevestigd.

Giessen
Gemeente Altena

1200px-Giessen_wapen.svg.png

In Giessen heeft ooit het Kasteel Giessen gestaan. Het dorp bezat reeds in de 11e eeuw een tufstenen kerkje. Omstreeks 1200 verlegde de Maas haar loop en brak door de bedding van de Alm, om vervolgens noordwestwaarts te stromen. Aldus werd ook de kerk ondermijnd en herbouwd op een buitendijkse terp.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam er industrialisatie. Met name in 1952 begon de reeds in 1925 bestaande groothandel in groenten en aardappelen van de firma Hak met een groenteconservenindustrie, welke sindsdien aanzienlijk gegroeid is en de belangrijkste werkgever van Giessen is. De voormalige gemeente Giessen werd in 1973 opgeheven en ingedeeld in de gemeente Woudrichem.

Meeuwen
Gemeente Altena

Screenshot 2024-01-21 at 10.35.22.png

Meeuwen is gelegen iets ten noorden van de Bergsche Maas, halverwege de dorpen Eethen en Dussen en behoorde tot de benedendorpen van het Land van Heusden. Meeuwen behoorde tot de gemeente Meeuwen, Hill en Babyloniënbroek, die vanaf 1908 "Meeuwen" heette en in 1923 werd toegevoegd aan de voormalige gemeente Eethen om in 1973 bij Aalburg te worden gevoegd.

 

Meeuwen lag aan de rand van het gebied dat overspoeld werd tijdens de Watersnood van 1953 en heeft de ramp zonder veel schade doorstaan, evenals Dussen en Babyloniënbroek, terwijl in de even verderop gelegen plaatsen Hank en Nieuwendijk veel werd verwoest.

Het wapen van Meeuwen werd op 16 juli 1817 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de toenmalige Noord-Brabantse gemeente Meeuwen, Hill en Babyloniënbroek bevestigd. Deze gemeente veranderde haar naam in 1908 in Meeuwen. Op 1 mei 1923 ging deze gemeente op in de gemeente Eethen, waarmee het wapen kwam te vervallen.

Nieuwendijk
Gemeente Altena

Het dorp is gelegen ten oosten van de Biesbosch. Het behoorde vanouds tot het Graafschap Holland.

Vroeger lag hier een grote polder, de Grote Waard. De Sint-Elisabethsvloed heeft in 1421 een dikke kleilaag, estuariumsediment, in feite zeeklei, afgezet. Hierdoor zijn sporen van vroegere bewoning verdwenen. In 1461 werd, door de aanleg van de Kornsedijk, het oostelijk deel van het Land van Altena weer aan het water onttrokken. In 1646 werd opnieuw een dijk aangelegd, westelijk van de Kornsedijk. Dit werd de nieuwe grens van de Biesbosch. Op het nieuwgewonnen stuk land, het Nieuwland van Altena, werden het dorp Nieuwendijk en de buurtschap Kille gesticht. Historisch gezien bestaat Nieuwendijk uit twee dorpen op de dijk, Nieuwendijk en Kille.

 

Tijdens de Watersnoodramp van 1953 brak de dijk door waardoor grote schade in Nieuwendijk ontstond.

Rijswijk
Gemeente Altena

Rijswijk ligt in het Land van Heusden en Altena, tussen Woudrichem en Giessen. De nabijgelegen kernen zijn Woudrichem, Uitwijk en Andel. De eerste schriftelijke vermelding van Rijswijk stamt uit de periode tussen 1076 en 1099. In dit document wordt ene Hamulgerus de Riswic opgevoerd die getuige is bij een schenking. Aangezien er diverse plaatsen met de naam Rijswijk bestaan is niet bekend om welke plaats het hier precies ging. Pas in 1233 is er een verwijzing waarvan met zekerheid gezegd kan worden dat het Rijswijk bij Woudrichem betreft. In een schenkingsacte wordt melding gemaakt van de tienden van Rijswijk, die toekomen aan de Bisschop van Utrecht.

Rijswijk was een leen van de Heren van Altena, waaronder een lange reeks telgen van het geslacht Van Horne.

 

Toen Filips van Montmorency in 1568 onthoofd werd, verkocht zijn weduwe de heerlijkheid Altena aan het Graafschap Holland, waardoor Het Land van Altena rechtstreeks onder Holland viel en de plaatselijke heren rechtstreeks onder de Staten van Holland vielen. Naast het Slot te Rijswijk was er zeker al sinds ongeveer 1100 een kerk. Deze wordt in 1369 voor het eerst vermeld.

Tot 1973 was Rijswijk een zelfstandige gemeente. In dat jaar werd het gebied ingedeeld bij de gemeente Woudrichem.

Sleeuwijk
Gemeente Altena

260px-De_Werken_en_Sleeuwijk_wapen.svg.png

De oudste vermelding van Sleeuwijk dateert uit 1266. Sleeuwijk dankt zijn betekenis vooral aan het veer naar Gorinchem. Dit werd voor het eerst in 1327 genoemd en was één van de oudste voetveren van Nederland. In 1811 stak keizerin Marie Louise van Oostenrijk, vrouw van Napoleon Bonaparte, met dit veer de Merwede over. Vandaar dat het veer de bijnaam Het veer van Keizerin Marie Louise kreeg en een tijdlang werd aangeprezen als de kortste weg naar Parijs. De steeds drukker wordende veerpont was van groot belang en heeft gefunctioneerd tot in 1961 de Merwedebrug werd geopend.

In 1589 werd de kerk van Sleeuwijk verwoest, toen de dijk van de Boven-Merwede werd doorgestoken. Later werd deze kerk hersteld. In 1594 werd, in opdracht van Willem van Oranje, de Muggenschans gebouwd, en ook Fort De Werken, op de plaats waar later Fort Altena zou komen. Deze schans werd sinds het begin van het Twaalfjarig Bestand, in 1609, niet meer gebruikt. Tot in de 2e helft van de 20e eeuw was er nog iets van de schans te zien, nu is ze volledig verdwenen.

Het wapen van De Werken en Sleeuwijk werd op 7 april 1819 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de toenmalige Noord-Brabantse gemeente De Werken en Sleeuwijk verleend. Op 1 oktober 1950 ging de gemeente op op in Werkendam. In 1958 werd een nieuw wapen aan de gemeente Werkendam verleend waarin het wapen van De Werken en Sleeuwijk in de onderste helft van het schild was opgenomen. Nadat in 1973 ook Almkerk aan de gemeente Werkendam werd toegevoegd, werd een nieuw wapen verleend met daarin in de onderste helft de keper en een van de drie korenschoven uit het wapen van De Werken en Sleeuwijk. De andere twee korenschoven werden vervangen door de vissen uit het wapen van Almkerk.

Uitwijk
Gemeente Altena

Uitwijk is een dorp in de gemeente Altena in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het is gelegen in het Land van Altena, dat vanouds tot het Graafschap Holland behoorde.

 

Uitwijk behoorde tot de gemeente Almkerk en Uitwijk, vanaf 1879 samen met Emmikhoven en Waardhuizen tot Almkerk c.a., vanaf 1973 tot de gemeente Woudrichem en sinds 2019 is het ingedeeld in de gemeente Altena.

Uppel

Gemeente Altena

Uppel, vroeger Uppelschedijk genoemd, is een klein dorp in de gemeente Altena in de provincie Noord-Brabant, in de vorm van lintbebouwing gelegen aan de Uppelsedijk, die fungeert als slaperdijk van de Biesbosch.

 

Het dorp is gelegen in het Land van Heusden en Altena. De dichtstbijzijnde andere dorpen zijn Almkerk, Nieuwendijk en Sleeuwijk. In het polderlandschap buiten het dorp staan de Uitwijkse Molen, de Zandwijkse Molen en de Ouden Doorse Molen. Ten noorden van Uppel bevindt zich het Fort aan de Uppelse Dijk, een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en tegenwoordig een natuurgebied. Langs Uppel loopt de Uppelsche Gantel.

 

Uppel was tot laat in de vorige eeuw een buurtschap behorende bij Almkerk.

Veen
Gemeente Altena

Veen_(NB)_wapen.svg.png

Veen was voorheen een dorp in de gemeente Aalburg. De gemeente Veen werd in 1973 bij Aalburg gevoegd, maar al vanaf 1852 werd het burgemeestersambt van Veen en van Wijk en Aalburg door dezelfde persoon vervuld. Veen is gelegen aan de Afgedamde Maas, en is een benedendorp in het Land van Heusden. Een veerpont verbindt Veen met het aan de overkant van de Afgedamde Maas gelegen Gelderse Aalst.    

Het wapen van Veen werd op 16 juli 1817 bevestigd door de Hoge Raad van Adel aan de Noord-Brabantse gemeente Veen. Per 1973 ging Veen op in de gemeente Aalburg. Het gemeentewapen kwam daardoor te vervallen. In het schildhoofd van het wapen van Aalburg is één gaande leeuw overgenomen uit het wapen van Veen.

Waardhuizen
Gemeente Altena

De naam van de plaats werd voor het eerst vermeld in 1292 als Werthuysen. Het betrof een donk, waar bij opgravingen in 1968 resten van de Vlaardingencultuur zijn aangetroffen. Ook sporen van netten van wilgentenen werden gevonden, waarmee op de steur gevist werd die zich in het grensgebied tussen zoet en zout water ophoudt. Op deze plaats, ten westen van het huidige dorp, werd in de 14e eeuw een kerkje gebouwd. Dit was aan de Heilige Jacobus gewijd.

De Afscheiding had grote invloed in Waardhuizen en Uitwijk. Dominee George Gezelle Meerburg predikte ook hier, en er werden oefeningen gehouden ten huize van Marinus van der Giessen, Almweg 7. Hij werd op 5 april 1837 zelfs naar het gevang gebracht, samen met de voorgangers Govert Pellekaan en Jan de Jong. Marinus stierf in de gevangenis op 31 december 1837. Toen echter Koning Willem I gestorven was, versoepelde het beleid. De Afgescheidenen kochten in 1843 een woning die als een eenvoudig kerkje werd ingericht, waar wekelijks 60 à 70 gemeenteleden bij elkaar kwamen. In 1851 kwam er voor het eerst een eigen predikant.

 

Uiteindelijk gingen deze Afgescheidenen tot de Gereformeerde Kerken in Nederland behoren. In 1944, toen de Gemeente meer dan 300 lidmaten had, bracht de Vrijmaking opnieuw een scheiding van geesten tot stand. Een groot deel van de Gemeente ging naar de Vrijgemaakten over en aldus kwamen er twee kerken in Waardhuizen. Uiteindelijk werden er banden aangeknoopt met de Hervormden en in 1999 kwam er een gezamenlijke predikant

Werkendam
Gemeente Altena

Screenshot 2024-01-21 at 10.44.31.png

Werkendam ligt ten zuiden van de plaats waar de Boven-Merwede zich splitst in de Nieuwe Merwede en Beneden Merwede. Tot 1950 was Werkendam een zelfstandige gemeente. Toen werd Werkendam samengevoegd met de gemeente De Werken en Sleeuwijk, waartoe ook buurtschap Kille behoorde. In 1973 werd het dorp Nieuwendijk bij Werkendam gevoegd, en in 1997 fuseerde de gemeente Werkendam met de gemeente Dussen tot de gemeente Werkendam, die in 2019 opging in de gemeente Altena.

De naam zegt het al: Werkendam is de afdamming van het riviertje de Werken. Als onderdeel van de grote waterbouwkundige werken in de Groote Waard vindt omstreeks 1230 de afdamming plaats. Voor die tijd bevond zich al een nederzetting op die plaats, met de naam Wirkenemunde, voor het eerst vermeld in 1064. De ambachtsheerlijkheid Werkendam valt niet onder Altena, maar rechtstreeks onder de baljuw van Zuid-Holland in Dordrecht, evenals de kerkelijke goederen der parochie.

Een bekende gebeurtenis is de brand in het dan al protestantchristelijke dorp in 1641, waarin 81 huizen in Werkendam ten prooi vallen aan de branden. Naast dorpsbranden heeft Werkendam in de 17e eeuw veel te lijden gehad onder pest en overstromingen. In 1812 trokken de Kozakken door Werkendam, nadat ze bij Hardinxveld de Merwede waren overgestoken.

De bevolking leeft van de rivier. Schippers, beurtvaarders en vissers vinden er hun bestaan, en later zijn er veel griendwerkers in de Biesbosch. Aan hen dankt Werkendam de naam 'de Vrouwenhemel', aangezien vele mannen de gehele week in de Biesbosch verbleven. Tot in de 20e eeuw was Werkendam een waar doolhof van havens (Oude Binnenhaven), kanalen en waterwegen. Deze zijn nu vrijwel allemaal gedempt.

Sinds de oprichting van de gemeente Werkendam heeft de gemeente in totaal drie wapens van Werkendam' gekend. Werkendam was voor 1797 een heerlijkheid. Vanaf 2019 is het derde wapen niet langer als gemeentewapen in gebruik omdat de gemeente Werkendam in de nieuwe gemeente Altena op is gegaan. Toen de gemeente in 1815 een wapen aanvroeg, diende men in eerste instantie het wapen van de laatste Heer van Werkendam, Theodoor Jan baron Roest van Alkemade, aan als gemeentewapen. Dit werd door de Hoge Raad van Adel afgewezen, aangezien de baron nog in leven was. Daarop is een tweede ontwerp ingediend met de eenden uit het wapen van de baron, gecombineerd met een zalm als symbool van het Land van Heusden en Altena en van de visserij, die toen een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente vormde. Dit wapen werd op 7 april 1819 toegekend. Het tweede wapen is een samenvoeging van de wapens van Werkendam met dat van de gemeente De Werken en Sleeuwijk. De gezwaluwstaarte lijn tussen beide wapens symboliseerde de verwevenheid van de twee gemeenten.

 

Met de toevoeging van Almkerk namen de twee zalmen uit het wapen van die gemeente de plaats van twee van de drie korenschoven uit het wapen van De Werken en Sleeuwijk in. De zalm uit het oude wapen van Werkendam verdween.

Woudrichem
Gemeente Altena

Screenshot 2024-01-21 at 10.46.28.png

Woudrichem is ontstaan in de 9e eeuw. Op een oeverwal, waar zich nu de Hoogstraat en de Molenstraat bevinden, ontstond een marktplaats. Rond het jaar 1000 verschenen, merendeels ten noorden van de Alm, een aantal nederzettingen die op Woudrichem waren gericht. De Maas stroomde aanvankelijk niet langs Woudrichem. De hoofdstroom van deze rivier stroomde eerst ongeveer door de bedding van de huidige Bergsche Maas, later was de Alm de hoofdstroom, en nog later de huidige Afgedamde Maas, tot in 1904 de Bergsche Maas werd gegraven.

Een eerste bekende zegel met daarop het wapen van Woudrichem stamt uit 1306, het toont een boom met daarin twee vogels en aan weerszijden van de boom een zalm. Een later zegel had één zalm onder de boom, in plaats van twee zalmen naast de boom. Een volgende variant had wederom de boom, maar nu met twee schildjes aan de zijdes, de schildjes vertoonden de wapens van Altena (de zalmen) en Horne met drie muziekhoorns. De positie van de wapens wisselen zeker een keer. De heerlijkheid Altena viel onder Horne en Kleef en Woudrichem behoorde ook toe tot het grondgebied van de heren van Altena. Nadat Woudrichem in 1590 bij het graafschap Holland gevoegd werd, werd het schildje van Horne van het zegel gehaald. De zalmen bleven. Hun rode kleur kan komen van de rode leeuw van het wapen van Holland, maar ook van het wapen van Kleef. Het eerste wapen werd op 16 juli 1817 aan de gemeente Woudrichem toegekend.

 

In 1973 fuseerde de gemeente met vier buurgemeenten. Door deze fusie was een nieuw wapen nodig, de vijf oude wapens kwamen allen te vervallen. Het tweede wapen werd op 23 maart 1974 aan de gemeente toegekend. De beide wapens zijn varianten op het wapen van het Land van Heusden en Altena. Vanaf 2019 is het wapen niet langer als gemeentewapen in gebruik omdat de gemeente Woudrichem in de nieuwe gemeente Altena op is gegaan.

 

Woudrichem speelde een belangrijke rol gedurende de eeuwen voor de Pellikanen. Op bladzijde 62 van de 2e druk van het boek ga ik verder wat uitgebreider op de geschiedenis van deze plaats.

Wijk en Aalburg
Gemeente Altena

Wijk en Aalburg was een dorp in de gemeente Aalburg. Het is gelegen aan het Heusdensch Kanaal en de Afgedamde Maas, in het Land van Heusden. Tot 1973 was Wijk en Aalburg een zelfstandige gemeente.

Gorinchem
Stad

Coat_of_arms_of_Gorinchem.svg.png

Men neemt aan dat Gorinchem is ontstaan doordat vissers en boeren rond het jaar 1000 een nederzetting stichtten op wat hoger gelegen land nabij een monding van de Linge in de Merwede. Gorinchem ("Gorinks Heem", dat wil zeggen de woonplaats van de Goringa, de mensen van Goro (persoonsnaam) wordt het eerst genoemd in een document uit 1224 waarin Floris IV de Gorcumers de tolvrijdom in het gehele graafschap Holland bevestigt. In 1273 kocht Jan II van Arkel de havenplaats Gorinchem van de graaf van Bentheim.

Aan het eind van de 13e eeuw werden rond de nederzetting wallen opgeworpen die versterkt waren met palissaden, dit in een poging zich te beschermen tegen de overheersing van de buurstaten Holland en Gelre. Ook werden de eerste openbare gebouwen gesticht, zoals de Heilige-Geestkapel, het Gasthuis en de Kanselarijkapel.

Halverwege de 14e eeuw werden de wallen verder versterkt met stenen muren waar 7 poorten in zaten en 23 torens waardoor een echte stadswal ontstond. Otto van Arkel verleende Gorinchem op 11 november 1382 stadsrechten. Bij een grote stadsbrand gingen in 1388 vijftienhonderd huizen, bijna de hele stad, in vlammen op. Gorinchem werd in 1417 definitief door de graven van Holland ingelijfd. Door de aansluiting bij Holland bloeide de handel op en Gorinchem groeide uit tot de achtste stad van Holland.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Gorinchem uit Spaanse handen bevrijd op 26 juni 1572 toen het werd ingenomen door de Watergeuzen en Willem van Oranje. In diezelfde periode ging de hervorming Gorinchem niet zonder slag of stoot voorbij. In 1566 werd de eerste protestantse kerkdienst gehouden. Zes jaar later, op 9 juli 1572, namen de calvinistische Watergeuzen 19 rooms-katholieke priesters en broeders gevangen en voerden hen weg naar Den Briel (Brielle) waar zij in een turfschuur buiten de stadskern werden opgehangen. Deze geestelijken werden bekend als de martelaren van Gorcum.

De vestingwal had vier stadspoorten: ten noorden de Arkelpoort, ten oosten de Dalempoort, ten zuiden de Waterpoort (waar men met de pont naar Woudrichem kan) en ten westen de Kanselpoort. Van de vier stadspoorten is alleen de Dalempoort nog over. De andere drie zijn in de 19e eeuw afgebroken om het toegenomen verkeer doorgang te verlenen. Een gedeelte van de Waterpoort bleef bewaard en is opgebouwd in de tuin van het Rijksmuseum Amsterdam. In 1673 werd Gorinchem opgenomen in de (oude) Hollandse Waterlinie.

Na een bloeiperiode in de Gouden Eeuw kwam in de 18e eeuw de teruggang. Aan het eind van de Franse overheersing werd de stad ook nog zwaar beschadigd door beschietingen toen de terugtrekkende Franse troepen zich in de vesting verschansten en de stad zich pas overgaf na drie maanden belegering.

Het wapen van Gorinchem is het wapen van de gemeente Gorinchem in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Het is op 24 juli 1816 door de Hoge Raad van Adel gedeeltelijk bevestigd en op 24 maart 1982 aan de gemeente toegekend.

Hardinxveld-
Giessendam

Gemeente

Screenshot 2024-01-21 at 10.58.00.png

Hardinxveld-Giessendam is een gemeente in de provincie Zuid-Holland. De dorpen binnen de gemeente Hardinxveld-Giessendam zijn Boven-Hardinxveld en Giessendam - Neder-Hardinxveld.

 

Het dorp Hardinxveld is een van de oudste dorpen van de Alblasserwaard. Er is bekend dat er al in het jaar 1105 een pastoor aanwezig was, en dus ook een kerk. In het jaar 1282 werd Hardinxveld een zogeheten hoge heerlijkheid. Het dorp heeft door de eeuwen heen zeer te lijden gehad van verschillende oorlogen, waaronder de Gelderse Oorlogen en de Tachtigjarige Oorlog.

 

De naam Giessendam komt voor het eerst voor in 1231 en is hoogstwaarschijnlijk afgeleid van de aanwezigheid van een dam in het veenriviertje de Giessen, waaromheen een dorp is ontstaan. Deze dam is lange tijd de gemeentegrens tussen Hardinxveld en Giessendam geweest.

Het wapen van Hardinxveld-Giessendam is op 20 september 1958 bij Koninklijk Besluit aan de nieuw opgerichte gemeente Hardinxveld-Giessendam toegekend.

Heusden
Gemeente

Coat_of_arms_of_Heusden.svg.png

De vestingstad Heusden omvat naast de gelijknamige stad verder nog de dorpen Doeveren, Drunen, Elshout, Haarsteeg, Hedikhuizen, Heesbeen, Herpt, Nieuwkuijk, Oudheusden en Vlijmen, en de buurtschappen De Hoeven, Fellenoord, Giersbergen, Kuikse Heide, Luttelherpt en Wolfshoek. Ik beperk mij in dit deel echter alleen tot de beschrijving van Heusden daar er weinige Pellikanen in Drunen en Vlijmen voorkwamen.

 

De eerste vermelding van Heusden dateert uit 722, als Hunsata Super Fluvium Mosam. In 839 zou de plaats door de Noormannen verwoest zijn. Vermoedelijk ging het hierbij niet om de stad Heusden zoals we die tegenwoordig kennen, die is van latere datum. Het zou om een plaats kunnen gaan die overeenkomt met het huidige Oudheusden, dat aan de toenmalige loop van de Maas gelegen was.

Het Kasteel Heusden dateert uit de 12e eeuw. In de buurt van dit kasteel ontwikkelde het huidige stadje Heusden zich. In het jaar 1157 was er al sprake van een conflict over het bezit van de kapel tussen de abt van Sint-Truiden en een tempelier. In het jaar 1210 werd vervolgens melding gemaakt van een kerk. Heusden lag op de strategische grens tussen het hertogdom Brabant, het graafschap Holland en het hertogdom Gelre, terwijl ook het graafschap Kleef er aanvankelijk rechten bezat. Hierdoor was de politieke situatie van Heusden onduidelijk. Zo werd Heusden in 1279 ingenomen door hertog Jan I van Brabant en dit wordt als het begin van de Brabantse invloed beschouwd, hoewel er al eerder schermutselingen waren tussen de drie machtsblokken.

Het is niet duidelijk wanneer de plaats stadsrechten kreeg. Diverse bronnen vermelden jaren als 1231, tussen 1290 en 1296, en 1318. Jan van Wijnvliet, burggraaf van Heusden verbouwde en versterkte de burcht in de jaren 1338-1339 met een muur. In 1340 werd Wijnric van Oyen door Jan van Wijnvliet aangesteld tot drossaard van het Land van Heusden. In 1357 werd het Land van Heusden verkocht aan het Graafschap Holland en werd dus Hollands. De reden van de verkoop lag in het feit dat de Graaf van Holland partij zou kiezen voor een Brabantse kandidaat in een opvolgingskwestie.

 

In Heusden hebben zich meerdere rampen voorgedaan. In 1569 werd de stad door de Spanjaarden belegerd en geheel verwoest. Meerdere keren werd de stad getroffen door de pest. Tijdens de grote brand in 1572 werd bijna de hele stad in de as gelegd. Van het prachtige stadhuis was niets meer over. In 1680 werden het kasteel en omliggende huizen verwoest, doordat de bliksem in de kruittoren sloeg.

 

Jacob Kemp ontwierp aan het einde van de 16e eeuw een moderne omwalling volgens het oud-Nederlands vestingstelsel. De middeleeuwse ommuring had vier stadspoorten: de Wijkse poort, de Bossche poort, de Oudheusdense poort en de Veerpoort. Toen de ommuring werd gesloopt, ten behoeve van de aarden vestingwerken, verdween de Bossche Poort en werd de Herptse Poort gebouwd. De Wijkse Poort werd verplaatst en later uitgebreid tot de huidige vorm. Graaf de Mirabeau wees op de patriottische gezindheid van Heusden en nam het stadje op in zijn aanvalsplan. Ook Cornelis Krayenhoff zou in 1794 via Heusden optrekken.

 

De laatste tragische gebeurtenis vond plaats tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog. Terwijl de geallieerden oprukten, zochten de Duitsers hun heil achter een nieuwe linie, de Bergsche Maas. Zij lieten de hoogste punten in de vesting, het stadhuis en twee kerktorens, opblazen. Dat deden de Duitsers ook elders, om de oprukkende geallieerden te beletten hoge gebouwen als uitkijkposten te gebruiken.

 

Het Heusdense stadhuis werd algemeen gezien als het mooiste stadhuis van heel Nederland. Tijdens de geallieerde beschietingen hielden vele Heusdenaren zich schuil in de grote kelder van het stadhuis. Een deel ervan verbleef in de kelder tijdens de onaangekondigde opblazing. In de nacht van 4 op 5 november 1944 werd de toren van het stadhuis opgeblazen, maar het hele stadhuis stortte in en 134 mannen, vrouwen en kinderen kwamen om. Destijds was dit tien procent van de totale bevolking. Nog geen vier uur later reden de Schotse tanks en Poolse divisies Heusden binnen. De daders van de aanslag werden nooit gevonden, en Heusden verloor een deel van zijn inwoners en een historisch bouwwerk.

 

Het wapen van Heusden werd op 20 juni 2000 bij Koninklijk Besluit aan de Noord-Brabantse gemeente Heusden toegekend. Het is gelijk aan het wapen dat op 16 juli 1817 aan de gemeente werd verleend, maar nu voorzien van twee leeuwen als schildhouders. Het wapen met het wiel werd sinds 1260 gevoerd door de Heren van Heusden en Altena, eerst met 7 later met 6 spaken. Nadat deze familie rond 1330 was uitgestorven, nam de stad Heusden het wapen over.

 

Behalve in het wapen van Heusden komt het rad ook voor in de wapens van onder andere Drongelen, Oudheusden, Maarn en Haamstede.

Molenlanden
Gemeente

Screenshot 2024-01-21 at 11.00.32.png

Molenlanden is een gemeente die op 1 januari 2019 is ontstaan uit een fusie van de Zuid-Hollandse gemeenten Molenwaard en Giessenlanden. De gemeente bestaat uit veel dorpen en kernen. Ik beperk mij echter alleen tot een beschrijving van de dorpen en kernen waar de naam van ons geslacht vaak voorkwam of nu nog voorkomt.

Vijfherenlanden
Gemeente

1200px-Vijfheerenlanden_wapen.svg.png

De streeknaam Vijfheerenlanden is niet ouder dan de 15e eeuw, aangezien eerst in 1428 het gebied dat daartoe wordt gerekend onder het gezag van vijf heren komt te staan. De desbetreffende heerlijkheden: Arkel boven de Zouwe, Vianen, Hagestein, Everdingen, en Ter Leede (gelegen net ten zuiden van het hedendaagse Leerdam) en Schoonrewoerd, verkeren voordien in wisselende bestuurlijke verhoudingen: door opdeling in kleinere eenheden of door verbindingen met andere heerlijkheden, is in de periode vóór 1425 meestal sprake van meer dan vijf bestuurlijke partijen. Zo bestaan bij de beroemd geworden overeenkomst van 11 april 1284, waarin belanghebbenden een regeling treffen over de waterkering en afwatering van de later zo te noemen Vijfheerenlanden, de partijen uit twee Utrechtse kapittels en een twaalftal lokale heren. Het jaar 1284 kan daarom worden gezien als het begin van het gebied als eerder waterstaatkundige, later ook als bestuurlijke eenheid. Maar het is dus niet zo dat er in 1284 al sprake was van de “vijf heren”, zoals in sommige bronnen geschreven staat.

Eén der collegiën van de Vijf-Heeren-Landen uitmaakt van het “Land van Arkel boven de Zouwe” de polders Rietveld, Kedichem, Oosterwijk, Nieuwland, Leerbroek, Reijerskoop en Middelkoop. Het Dijkscollegie van het “Land van Arkel beneden de Zouwe” had het bestuur ”over de polders van den Banne van Gorinchem, genaamd Wolpheren en Lang-Scheiwijk, Arkel, Hoornaar, Schelluinen en Hoog-Blokland, bestaande uit twee polders, genaamd het Oude Land den Beemt, en heeft een stem en een lid in ieder der collegiën van den Alblasserwaard en Overwaard”. Gezien deze opsommingen betrof het “Land van Arkel boven de Zouwe” dus een gebied oost van de oorspronkelijk Zouwe geheten waterloop (later Zederikkanaal, tegenwoordig Merwedekanaal), en betrof het Land van Arkel beneden de Zouwe een gebied west daarvan.

In het nieuwe wapen komen elementen terug uit alle voormalige gemeenten van Vijfheerenlanden: de rood-witte, gekanteelde dwarsbalken uit het oude wapen van Leerdam; drie zuilen uit Vianen en een zevenbladige roos, verwijzend naar Zederik.

Ameide
Gemeente Vijfherenlanden

Screenshot 2024-01-21 at 11.09.39.png

De eerste keer dat Ameide in de geschiedenis is vastgelegd is in 1021. In een oorkonde waarin Huis ter Amonde wordt beschreven. Rond 1200 was het gebied rond Ameide geheel ontgonnen. Er werd druk gehandeld in de plaats, die in 1277 stadsrechten kreeg van Floris V, omdat het strategisch gelegen was. Vanwege die strategische positie werd er tussen de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht vaak strijd geleverd om de stad, en als gevolg daarvan werden de stadsrechten verschillende keren ontnomen en weer teruggegeven. Door de frequentie van deze gevechten veranderde Ameide regelmatig van eigenaar en kon er zowel vanuit Holland als vanuit Utrecht nauwelijks noemenswaardige invloed worden uitgeoefend. In de praktijk was Ameide dus een zelfstandig staatje.

Datzelfde gold ook voor Vianen. Ameide was verbonden met de heerlijkheid Vianen, maar maakte er geen deel van uit. Later kwamen beide steden in handen van de Duitse familie Van Lippe, waardoor Ameide en Vianen daadwerkelijk zelfstandige gebieden werden ten opzichte van Holland en Utrecht. Door de concurrentie van de stad Vianen heeft Ameide nooit groter kunnen worden.

De rivier de Lek heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Ameide. Op 24 december 1741 was er een grote dijkdoorbraak nabij Ameide, die ervoor zorgde dat het hele land rondom Ameide onder water kwam te staan. Rond 1744 gebeurde dit weer, echter met minder grote schade dan in 1741.

Tevens zorgde de Lek voor economische activiteit in Ameide, dat in de middeleeuwen en tijdens de Gouden Eeuw een belangrijke overslaghaven was. De welvaart die de stad in die tijd heeft gehad is nog terug te vinden in de vele monumentale panden die de plaats rijk is. De binnenhaven aan de Voorstraat, achter het stadhuis, en de Prinsengracht, de enige echte gracht in Ameide, zijn in het begin van de 20e eeuw gedempt.

Kedichem
Gemeente Vijfherenlanden

Screenshot 2024-01-21 at 11.13.04.png

Kedichem is waarschijnlijk rond het jaar duizend ontstaan op een oeverwal langs de Linge. Omdat het gebied regelmatig overstroomd raakte, werd het rond 1100 bedijkt. Kedichem maakte deel uit van het Land van Arkel en was regelmatig strijdtoneel voor grensgeschillen tussen Holland en Gelre. Na 1400 werd Kedichem een schoutambacht binnen het graafschap Leerdam. In 1820 werd Kedichem een zelfstandige gemeente met naast Kedichem de kernen Oosterwijk en Achterdijk. In datzelfde jaar brak de rivierdijk opnieuw door.

Tegen de middeleeuwse toren werd een nieuwe kerk gebouwd. De vijf windmolens die de polder "Kedichem en Oosterwijk" tot dan hadden drooggehouden, werden in 1883 vervangen door een stoomgemaal. In 1909 werd een gemeentehuis gebouwd en in 1926 werd het stoomgemaal vervangen door een elektrisch gemaal. Per 1 januari 1986 ging de gemeente Kedichem op in de gemeente Leerdam. 

Het wapen van Kedichem werd op 24 juli 1816 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Kedichem in gebruik bevestigd.

04029438-1766-3f2c-8f57-8e935d48d812.jpeg

Een verzoeningsbijeenkomst van de Centrumdemocraten en de Centrumpartij in hotel Cosmopolite loopt op zaterdag 29 maart uit de klauwen als een grote groep antifascisten brandbommen naar binnen gooit en de boel in de hens vliegt.

Op 29 maart 1986 vond in hotel Cosmopolite in Kedichem een “verzoeningsbijeenkomst” plaats tussen de Centrumpartij en de Centrum Democraten. De plek was aanvankelijk geheim, maar toen deze rond half drie 's middags bekend werd, gingen enige honderden actievoerders tegen de partijen naar Kedichem. De aanhangers van de Centrumpartij waren net aan hun vergadering begonnen. Ze werden beschermd door slechts twee agenten. Enige tientallen actievoerders sommeerden iedereen te vertrekken, gooiden de ruiten in en smeten een aantal rookbommen naar binnen. Een daarvan bleef in een gordijn hangen, dat vlamvatte. Het hotel vloog in brand en beide partijen vluchtten weg. CD-partijleider Hans Janmaat wist via aan elkaar geknoopte lakens uit de eerste verdieping te ontsnappen, maar zijn secretaresse Wil Schuurman slingerde aan de lakens door een ruit. Ze kwam zo ongelukkig terecht dat later een van haar benen moest worden geamputeerd. De actievoerders werden belaagd door woedende dorpsbewoners, en een deel van hen werd op de rivierdijk klemgereden en gearresteerd.

De schade aan hotel Cosmopolite bedroeg tweehonderdduizend gulden; het hotel was compleet vernield. De gemeente Leerdam liet de voorgevel van het gebouw slopen wegens instortingsgevaar. Twee maanden later kwam hoteleigenaar Peter In den Eng tijdens sloopwerkzaamheden om het leven. Het hotel werd later herbouwd.

Leerbroek
Gemeente Vijfherenlanden

Leerbroek_wapen.svg.png

Leerbroek dankt de naam aan de oude waterloop de Leede. Broek komt van moeras. Leerbroek is dus in feite een samenvoeging van Moeras aan de Leede. De “Leede” komt hier en daar nog naar voren. De oude waterloop bestaat nog altijd, maar lijkt nu niet veel meer dan een sloot. In Leerbroek/Leerdam (Dam aan de Leede) bestaat nog altijd de weg genaamd “Recht van ter Leede”. Verder is het bekende verzorgingstehuis “Huis ter Leede” ook nog een herinnering aan de oude waterloop.

Volgens bepaalde gegevens zou Leerbroek omstreeks 1020-1025 gesticht zijn door Jan I van Arkel, die eveneens stichter van het naburige dorpje Nieuwland geweest zou zijn. Tussen 1143 en 1303 behoorde de streek tot de heren van der Lede, daarna tot het geslacht Arkel (1305-1428) en het geslacht van Egmond (1428-1560) tot het bij de Nederlanden werd toegevoegd.

 

Het wapen van Leerbroek werd op 24 december 1817 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Leerbroek verleend. Deze gemeente was op 1 april 1817 afgesplitst van Meerkerk. Op 1 januari 1986 fuseerde de gemeente samen met Ameide, Hei- en Boeicop, Tienhoven, Lexmond, Meerkerk en Nieuwland tot de nieuw opgerichte gemeente Zederik. Het wapen van Leerbroek is daardoor komen te vervallen. In het wapen van Zederik zijn twee gekanteelde palen als verwijzing naar het geslacht Van Arkel opgenomen. Het wapen van Van Arkel was de basis voor een aantal wapens van de gemeenten waaruit Zederik is ontstaan, waaronder Leerbroek.

Leerdam
Gemeente Vijfherenlanden

520px-Leerdam_wapen.svg.png

Leerdam  een stad en voormalige gemeente in de gemeente Vijfheerenlanden, in de Nederlandse provincie Utrecht. Op 10 november 2015 werd bekend dat de gemeente Leerdam fuseert met het naburige Vianen en Zederik tot de gemeente Vijfheerenlanden.

    

Leerdam komt voor het eerst ter sprake in 1143 en wordt vermeld als Ter Lede of Ter Leede. Het is op dat moment een heerlijkheid van de Heren van der Lede, waaruit het geslacht Van Arkel ontsproot. De heren hebben het in hun bezit tot 1305 waarna het gebied in handen komt van de heren van Arkel. In 1382 verkrijgt Leerdam stadsrechten van Otto van Arkel, Leerdam ontving een tweede keer stadsrechten in 1407 van Willem VI van Holland. Na de Arkelse Oorlogen (1401-1412) werd het leen van Arkel door Holland ingevorderd. In 1428 verkreeg het huis Egmont het gebied tot halverwege de 15e eeuw, waarna het aan het huis Oranje-Nassau kwam.

  

De rijke historie van het stadje Leerdam kan worden gevonden in goedbewaarde historische gebouwen zoals de Grote Kerk, het Hofje van mevrouw van Aerden, de overgebleven en gedeeltelijk gerestaureerde stadsmuren van de Zuidwal en het Oude Raadhuis. Aan de gracht aan de zuidkant van de stad stond ooit een kasteel, het Kasteel van Leerdam. Dit is compleet verwoest door de Spanjaarden in 1574 en nooit meer opnieuw opgebouwd. In 1770 bouwde men hier dus het vrouwenhofje: het Hofje van Mevrouw Van Aerden. Dit is nu een museum dat je kunt bezoeken.

De monumentale stadsmuur aan de Zuidwal en de grachten laten zien hoe versterkt de stad Leerdam was. Er waren 4 poorten in de stadsmuur. Deze poorten zijn echter in de 19e eeuw gesloopt. Nadat het Kasteel van Leerdam verwoest was, kwam Maria van Oranje er te wonen. Zij bestuurde voor haar broer het graafschap.

Lexmond
Gemeente Vijfherenlanden

Lexmond is een dorp in de gemeente Vijfheerenlanden in de provincie Utrecht. Het dorp is ontstaan aan de mond van de Laak, een riviertje dat rond 1000 de Zederik verbond met de Lek. Het woord Lexmond betekent dan ook monding van de Laak en niet zozeer monding van de Lek.

Tot 1986 was Lexmond een zelfstandige gemeente. Lexmond is ontstaan in de oostzijde van het uitgestrekte Hollandveen, op de plaats waar het veenstroompje de Laak in de rivier de Lek uitmondde. De plaats wordt voor het eerst genoemd in de kronieken van Jacob van Maerlant. Het gebied viel onder het bestuur van de jurisdictie van de Utrechtse kapittels De Dom en Oudmunster. De Middeleeuwse schrijver Melis Stoke beschrijft de verwoesting in 1132 van de versterking bij Lexmond, en waarschijnlijk het daarbij gelegen dorp door Floris de Zwarte. Ook beschrijft hij het platbranden in 1237 van de oorspronkelijke vroeg-12e-eeuwse kerk. In de tweede helft van de 12e of begin van de 13e eeuw verplaatste de Lek haar loop en spoelde Lexmond weg. Iets zuidelijker werden de kerk en het dorp herbouwd. Het dorp groeide en annexeerde de buurtschappen Kortenhoeven in het oosten en Achthoven in het westen; die beide gebieden waren al voor 1108 ontgonnen.

   

Lexmond maakte deel uit van de heerlijkheid Vianen, die ook in het bezit is geweest van het geslacht Van Brederode. Een bastaardtak was de familie Van Brederode van Bolswaert, die de uiterwaard Bolswaard bij Lexmond bezat en zich hiernaar noemde. Op deze waard bezaten ze ook een huis, genaamd De Bol. In de directe nabijheid van dit huis werd later de versterkte hoeve De Speltenborch gebouwd; ook deze was vernoemd naar de eerste eigenaar, die eveneens een bastaardzoon van Hendrik van Brederode was: Dirk Hendriksz van Speltenborch.

 

In de tweede helft van de 14e eeuw werd buitendijks het versterkte huis Killestein gebouwd, dat in de eerste helft van de negentiende eeuw werd afgebroken. De fundaties bevinden zich nog in de grond en het gebied is archeologisch beschermd. De gemeente Lexmond werd in 1811 uitgebreid met de buurtschap Lakerveld. Na de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1986 behoorden Lexmond en haar buurtschappen bij de gemeente Zederik, die op 1 januari 2019 opging in de gemeente Vijfheerenlanden.

 

Het wapen van Lexmond werd op 24 december 1817 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Lexmond in gebruik bevestigd. Op 1 januari 1986 fuseerde de gemeente samen met Ameide, Hei- en Boeicop, Leerbroek, Tienhoven, Meerkerk en Nieuwland tot de nieuw opgerichte gemeente Zederik. Het wapen van Lexmond is daardoor komen te vervallen. In het wapen van Zederik zijn geen elementen uit het wapen van Lexmond overgenomen.

Nieuwland
Gemeente Vijfherenlanden

Screenshot 2024-01-21 at 11.23.30.png

Het dorp Nieuwland is in 1025 gesticht door Jan van Arkel. Tot het jaar 1725 werd Nieuwland Nouland genoemd. Vernoemd naar de polders Kort en Lang Nouland. Het is niet bekend waar de naam Nouland vandaan komt. De Nederlands-hervormde kerk van Nieuwland is vermoedelijk ook rond het jaar 1025 gebouwd. In 1982 is deze grondig gerestaureerd.

 

Het wapen van Nieuwland werd tussen 1 april 1817 en 1 januari 1986 officieus door de gemeente Nieuwland gevoerd, zonder dat het door de Hoge Raad van Adel was bevestigd of verleend. Op 1 januari 1986 fuseerde de gemeente samen met Ameide, Hei- en Boeicop, Tienhoven, Lexmond, Meerkerk en Leerbroek tot de nieuw opgerichte gemeente Zederik. In het wapen van Zederik zijn twee gekanteelde palen als verwijzing naar het geslacht Van Arkel opgenomen. Het wapen van Van Arkel was de basis voor een aantal wapens van de gemeenten waaruit Zederik is ontstaan, waaronder het officieuze wapen van Nieuwland.

Oosterwijk
Gemeente Vijfherenlanden

Screenshot 2024-01-21 at 11.21.49.png

In oude beschrijvingen wordt Oosterwijk herhaaldelijk genoemd als Hoge en Vrije Heerlijkheid. Gezien de samenstelling van het huidige dorp komt dat wat onlogisch over. Oosterwijk was door alle tijden heen een dun bevolkt landbouwdorp. In 1987 zijn de resten van het voormalige kastel tot op het maaiveld gesloopt; in het kerkgebouw is nog de deksteen van de grafkelder van de familie Van Liere te zien. Wel heel simpele resten van een hoge heerlijkheid.

Het huidige dorp is ontstaan uit een nederzetting in de Karolingische tijd, de tijd waarin ook het leenstelsel zich ontwikkelde. Blijkens scherfvondsten was er ook bewoning in de eerste eeuwen van onze jaartelling, maar daarover is weinig bekend. Met de grote watervloed rond het jaar 300 zullen deze bewoners wel verdreven zijn. Over het ontstaan van het tegenwoordige dorp zijn er geen op schrift gestelde gegevens. Vrijwel zeker is op een hoger deel van de Linge-oeverwal een zogenaamde “buurschap” gevormd waaruit de latere ontginning en de dorpspolder ontstond. Kennelijk waren de mensen van dit buurschap vooruitstrevend want zij namen de eerste ontginning in het zuidelijk deel van de tegenwoordige Vijfheerenlanden ter hand.

 

Al in het begin van de 15e eeuw de macht van de Arkels teneinde loopt, is een groot deel van de streek onder gezag van Holland gekomen. Dat geldt ook voor Oosterwijk. In 1407 beleent Willem, graaf van Holland het dorp aan Jan van Herlaar van der Heul. Hij spreekt dan van zijn huis en hofstad staande en gelegen te Oosterwijk met de singelgraven en boomgaarden en met het ambachtheerschap van het dorp met de tienden en met de gift van de kerk en de altaren te Oosterwijk, te houden tot een onsterfelijk leen.

 

Het Kerkelaantje vormt de kern van het dorp. Het dorp bestaat uit ongeveer tachtig huizen. Klein-Oosterwijk hoort niet bij Oosterwijk maar is een straat van Leerdam. Het grenst wel aan Oosterwijk. Het kasteel dat ooit naast de kerk stond, is in 1984 afgebrand en in 1987 vervangen door een eigentijdse villa. Nadat het zijn functie als kasteel had verloren, is het lange tijd in gebruik geweest als pastorie.

Vianen
Gemeente Vijfherenlanden

Screenshot 2024-01-21 at 11.20.04.png

Vianen is een stad en voormalige gemeente in de gemeente Vijfheerenlanden, in de Nederlandse provincie Utrecht.  Zo'n 3400 jaar geleden waren de eerste nederzettingen in het dorp Vianen, maar het dorpje werd vaak geteisterd door overstromingen waardoor de bewoners steeds weer ergens anders gingen wonen. Rond het jaar 1000 na Christus kwamen er pas definitieve nederzettingen. 

 

In 1336 gaf Willem van Duivenvoorde, de bouwheer van Vianen met zijn vrouw Heilwich van Vianen de eerste stadsrechten aan Vianen. Willem legde Vianen aan als vestingstad. De stad heeft verscheidene verdedigingswerken, zoals bijvoorbeeld de stadsmuren en de Lekpoort. Met deze verdedigingswerken kon de bisschop van Utrecht onder druk worden gezet, waardoor Vianen een concurrentiepositie kreeg ten opzichte van Utrecht. stad ligt op een strategisch belangrijke plaats aan de Lek. Later was de stad een schakel in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. 

 

De familie Brederode was belangrijk voor de historische ontwikkeling van Vianen. Ze maakten van Vianen een bloeiende stad, die tegelijkertijd ook een staat was. In 1414 werd Walraven I van Brederode door een huwelijk heer van Vianen. Het geslacht van Brederode bewoonde het kasteel Batestein. De familie van Brederode hoorde tot de voornaamste adel van Holland en speelde in de geschiedenis van Holland een belangrijke rol. In 1679 overleed Wolfert van Brederode, de laatste mannelijke afstammeling van de familie en de laatste heer van Brederode. De heerlijkheid van Vianen werd geërfd door het Duitse huis Lippe. Vianen was in die tijd nog een van de Republiek onafhankelijk deel van het Duitse Rijk. In 1696 ging het kasteel Batestein in vlammen op, de Hofpoort is het enige wat er nu nog van over is. 

 

In 1725 werd Vianen gekocht door de Staten van Holland en West-Friesland voor een bedrag van 900.000 gulden. Ongeveer 70 jaar later, na het uitroepen van de Bataafse Republiek in 1795, werd Vianen deel van het gewest Holland.

West Betuwe
Gemeente

West_Betuwe_wapen.svg.png

Op 1 januari 2019 is de gemeente Lingewaal met Neerijnen en Geldermalsen opgegaan in de fusiegemeente West Betuwe. De huidige gemeente bestaat uit 27 dorpen en buurtschappen.

Beesd
Gemeente West Betuwe

1200px-Beesd_wapen.svg.png

Beesd wordt voor het eerst genoemd in de stichtingsoorkonde van de abdij Mariënweerd in het jaar 1129, waarin goederen onder andere te Beesd aan de abdij worden geschonken. Sinds 1414 vormde Beesd, samen met Rhenoy, een klein Gelders ambt.

De macht was na die tijd voor een groot deel in handen van de adellijke familie Pieck, die regeerde van de 13e tot en met de 17e eeuw. Zij had dankzij vererving en hoge ambtelijke posities grote stukken grond in bezit gekregen in en rond Beesd. Er waren drie kastelen, het Blauwe huis, het Hoge huys en het Lage huys in Beesd en een kasteel in buurdorp Enspijk. Van deze vier kastelen is er geen bewaard gebleven, wel zijn er tekeningen en schilderijen behouden. In de Franse tijd kwam het dorp bij Zuid-Holland, maar na herstel van de zelfstandigheid kwam Beesd in 1814 weer bij Gelderland. Op 1 januari 1978 werd de gemeente opgeheven en bij Geldermalsen gevoegd, evenals Buurmalsen en Deil. Op 31 januari 1995 werden de inwoners van Beesd verplicht geëvacueerd vanwege de gevaarlijk hoge waterstand van de Maas en de Waal.

 

In 1427 kreeg het een eigen landrecht. Tot de tegenwoordige gemeente Beesd, samengesteld uit het vroegere ambt Beesd en Rhenoy, de in 1726 van dit ambt afgescheiden heerlijkheid Mariënweerd en de voormalige baronie van Acquoy, behoren de dorpen Acquoy, Beesd en Rhenoy.

Landgoed en Heerlijkheid Mariënwaerdt, ooit de vestigingsplek van de abdij, is een landgoed van ruim 900 hectare aan de rand van Beesd. Het bevat akkers, weilanden, bossen, lanen en grienden. Het is sinds 1734 in handen van de familie Van Verschuer.

Heukelum
Gemeente West Betuwe

Heukelum_wapen.svg.png

Heukelum is een stad en een voormalige Zuid-Hollandse gemeente. Nu is Heukelum een deel van de Gelderse gemeente West Betuwe. Het is gelegen aan de zuidelijke oever van de rivier de Linge. Heukelum is bekend vanwege het uit begin 16e eeuw daterende kasteel Merckenburg. Heukelum ligt in de Tielerwaard die het meest westelijke deel van Gelderland vormt, tussen de rivier de Linge en de rivier de Waal.

 

Uit een document uit 996 valt op te maken dat een zekere Fretzhold zijn rechten op de kerk te "Ukele", zoals Heukelum destijds werd genoemd, aan bisschop Ansfried van Utrecht schonk. Dankzij deze schenking is bekend dat Heukelum in dat jaar een kerk bezat. Hieruit wordt opgemaakt dat het dorp Heukelum (Ukele) reeds lang hiervoor bekend is geweest. Een legende verhaalt hoe heer Jan II van Arkel Heukelum opnieuw opbouwde na plundering door de Vikingen. Hij zou door achter een zwaan aan te varen naar de juiste plek zijn geleid. 

 

Ergens rond 1230 kreeg de plaats een ommuring en zeker nog voor het jaar 1393 volgde de toekenning van stadsrechten. Klein maar fijn, maar wel een echte stad. Die oude historie is ook overal herkenbaar en te zien wanneer u door de kleine straatjes wandelt. Leuke geveltjes met allerlei ornamenten, wapenschilden en de in deze streek zo veelvuldig aanwezige levensboom in het glas boven menige deur. 

 

Vele rampen teisterden de stad, waaronder overstromingen en in 1772 een stadsbrand, waardoor 36 van de ongeveer 100 houten huizen verloren gingen. In 1820 werd het grootste, maar dunbevolkte deel van Heukelum ten zuiden van de Nieuwe Zuiderlingedijk, waaronder de buurtschap Leuven, bij de Gelderse gemeente Vuren gevoegd. In 1855 ging de gemeente Spijk deel uitmaken van Heukelum. 

 

Het wapen van Heukelum werd op 24 juli 1816 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Heukelum bevestigd.

Rhenoy
Gemeente West Betuwe

Renoy_wapen.svg.png

Rhenoy is een dorp in de provincie Gelderland. Het ligt aan de Linge tussen Geldermalsen en Leerdam. De naam van het dorp is waarschijnlijk afgeleid van het woord Rhenus (Rijn). Rhenoy is ontstaan uit huizen die rond de Linge werden gebouwd en wordt voor het eerst genoemd in de stichtingsoorkonde van de abdij Mariënweerd in het jaar 1129. Rhenoy was samen met Beesd vele jaren verenigd in het Ambt van Beesd en Rhenoy. 

 

Van de heerlijkheid Rhenoy is geen historisch wapen bekend. Wel wordt er in de 18e eeuw een fantasiewapen vermeld. Het dorpswapen is door de gemeente ooit ingesteld, maar onbekend blijft waarom voor deze kleurencombinatie is gekozen (van Tuyll heeft namelijk rode koppen) en waar de kroontjes vandaan komen. 

 

In April 2019 werd de een bijeenkomst van ons geslacht gehouden in het dorpshuis van Rhenoy. Ruim 140 personen kwamen naar de boeklezing en uitreiking van de tweede druk van het rode boek over ons geslacht.

Spijk
Gemeente West Betuwe

Ook Spijk is een dorp in de provincie Gelderland. Het ligt op de plek waar het Merwedekanaal uitkomt in de Linge, tegenover Arkel. Aan de overzijde van de Linge ligt Rietveld en tussen deze twee plaatsen vaart een voetveer. De kerk stamt uit de 14e eeuw. In 1812 behoorde Spijk toe aan de gemeente Kedichem. Dit duurde slecht enkele jaren en in 1817 werd Spijk een zelfstandige gemeente.

 

Van 1855 tot en met 1985 was Spijk samen met Vuren een gemeente behorende aan Heukelum. Met de samenvoeging van wederom een aantal gemeenten waren deze gemeenten een deel van de toen nieuw gevormde gemeente Lingewaal welke vanaf 2019 opging in de gemeente West Betuwe.

bottom of page